-
1 American football
-
2 American Football League
Amerikaanse Voetbal Liga -
3 American
adj. Amerikaans--------n. AmerikaanAmerican1[ əmerrikkən] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:North American • Noord-Amerikaan————————American2♦voorbeelden:American Indian • (Amerikaanse) indiaanAmerican Legion • Amerikaanse Oud-strijdersbondthe American Revolution • de Amerikaanse onafhankelijkheidsoorlog -
4 defensive
adj. verdedigend, beschermend, zelfverdedigend--------n. defensiefdefensive1[ diffensiv] 〈 zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:1 be on the defensive • een verdedigende/defensieve houding aannemen————————defensive2〈bijvoeglijk naamwoord; defensiveness〉 〈→ Sporttermen: American footballSporttermen: American football/〉1 verdedigend ⇒ verdedigings-, defensief♦voorbeelden:defensive strategy • defensiestrategie -
5 punt
n. platte rivierschuit; tegen de bal schoppen (in de lucht)--------v. tegen de bal schoppen (in de lucht); gokkenpunt1[ punt] 〈 zelfstandig naamwoord〉————————punt2II 〈 overgankelijk werkwoord〉 -
6 corner back
corner back〈→ Sporttermen: American footballSporttermen: American football/〉 〈 sport〉 -
7 end zone
end zone〈→ Sporttermen: American footballSporttermen: American football/〉 〈 American football〉1 end zone -
8 guard
n. wacht; bewaker; schildwacht; verdedigingsstelling; oplettendheid; voorzichtigheid; schild--------v. wakenguard1[ ga:d] 〈→ Sporttermen: American footballSporttermen: American football/〉4 beveiliging/bescherming(smiddel) ⇒ scherm, kap1 wacht ⇒ bewaking, waakzaamheid♦voorbeelden:1 be on/keep/stand guard • de wacht houden, op wacht staanchange/relieve guard • de wacht aflossenthe changing of the guard • het aflossen van de wachtoff (one's) guard • niet op zijn hoedecatch someone off (his) guard • iemand overrompelenbe on (one's) guard against • bedacht zijn op2 he kept his guard up • hij hield zijn dekking in stand/hoog; 〈 figuurlijk〉hij bleef op zijn hoede, hij beheerste zichIII 〈zelfstandig naamwoord; werkwoord enkelvoud of meervoud〉1 garde ⇒ (lijf)wacht, escorte2 erewacht♦voorbeelden:under armed guard • onder gewapende escorte/begeleiding————————guard2♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉 -
9 receiver
-
10 split
adj. gesplitst; gespleten; gescheiden (mening, etc)--------n. spleet; scheuring; scheur; bananasplit (ijssoort); halve fles drank--------v. splijten; splitsen; verdelen; delen; scheuren; weggaansplit1[ split]2 deel ⇒ gedeelte, aandeelIII 〈meervoud; the〉1 spagaat♦voorbeelden:————————split2〈 bijvoeglijk naamwoord〉 〈→ Sporttermen: American footballSporttermen: American football/〉♦voorbeelden:split pea • spliterwtsplit pin • splitpensplit second • onderdeel van een seconde, flitssplit shift • gebroken dienst〈 Amerikaans-Engels, voornamelijk politiek〉 split ticket • gesplitste stem 〈 stem uitgebracht op kandidaten van verschillende partijen〉————————split3♦voorbeelden:♦voorbeelden:split up into groups • (zich) in groepjes verdelen -
11 tight
adj. vast, strak, gespannen, nauw--------adv. vast, straktight1[ tajt] 〈bijvoeglijk naamwoord; tightness〉 〈→ Sporttermen: American footballSporttermen: American football/〉1 strak ⇒ nauw(sluitend), (strak) gespannen, krap2 propvol3 potdicht6 gierig8 streng♦voorbeelden:1 tight shoes • te kleine/nauwe schoenen7 tight knot • ferme/stevige knoopa tight team • een hecht/harmonieus teama tight squeeze • een hele toer/opgave————————tight2〈 bijwoord〉♦voorbeelden:1 hold me tight • hou me goed/stevig vastgood night, sleep tight • goedenacht, welterusten -
12 huddle
n. warboel--------v. bijeenkruipenhuddle1[ hudl] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 (dicht opeengepakte) groep/massa ⇒ kluwen, menigte♦voorbeelden:¶ go into a huddle • de koppen bij elkaar steken, krijgsraad houden————————huddle22 〈+up〉in elkaar kruipen/duiken ⇒ ineenduiken/krimpen♦voorbeelden:II 〈 overgankelijk werkwoord〉1 bijeenbrengen/voegen ⇒ samendringen/hopen -
13 goal
-
14 halfback
-
15 referee
n. scheidsrechter--------v. persoon die referentie geeft; bemiddelaarreferee1[ reffərie:] 〈 zelfstandig naamwoord〉 〈→ Sporttermen: American footballSporttermen: American football/〉————————referee2〈 werkwoord〉♦voorbeelden:1 who is going to referee the match? • wie gaat de wedstrijd fluiten? -
16 AFL
Amerikaanse Voetbal Liga (afk.)AFL (American Football League)--------amerikaanse arbeidersfederatieAFL (American Federation of Labor) -
17 conversion
-
18 down
n. Down (johan lengdon hayden, engelse dokter,down syndroom een ziekte genoemd naar zijn naam)down1[ daun]♦voorbeelden:¶ have a down on someone • de pest/een hekel hebben aan iemand1 dons ⇒ haartjes, veertjesIII 〈meervoud; Down〉♦voorbeelden:1 the North/South Downs • de noordelijke/zuidelijke heuvelrug in Zuid-Engeland————————down21 neergaand ⇒ naar onder/beneden leidend2 beneden♦voorbeelden:2 it's 7.030, but no one is down yet • het is 7.30, maar er is nog niemand beneden¶ cash down • contante betaling, handje contantjedown payment • contante betaling————————down3〈 werkwoord〉♦voorbeelden:1 down an aeroplane • een vliegtuig neerschieten/halen————————down4〈 bijwoord〉♦voorbeelden:bend down • bukken, vooroverbuigencome down (in life) • aan lager wal (ge)rakenthe sun goes down • de zon gaat ondergo down (south) • naar het zuiden trekkengo down in price • goedkoper wordengo down three to one • met drie-een verliezenkeep down • onder de duim houden, onderdrukkenkeep down one's food • zijn eten binnenhoudenput down in writing • opschrijventhe wind went/died down • de wind ging liggenup and down • op en neerdown on your knees! • op de knieën!down with the president! • weg met de president!down! • liggen!, koest!, af! 〈 tegen hond〉go down to the country • het platteland bezoekentrack someone down • iemand opsporen〈 Amerikaans-Engels〉 down south • in/naar de zuidelijke staten¶ eight down and two to go • acht gespeeld, nog twee te spelendeep down inside, down under • in zijn binnenstedown under • bij de tegenvoeters, in Australië en Nieuw-Zeeland————————down5〈 voorzetsel〉♦voorbeelden:roll down (the) hill • (van) de berg (af)rollendown (the) river • de rivier af, verder stroomafwaartsdown South • zuidwaarts, in het zuidenhe went down the street • hij liep de straat doordown town • de stad in, in het centrum -
19 drop kick
(Voetbal) tegen de bal trappen als het omhoog stuit nadat het uit de handen is gevallendrop kick〈rugby; American football〉 -
20 field goal
veldgoal, velddoelpunt (doelpunt gemaakt tijdens het verloop van het spel en niet bij een vrije schop)field goal
- 1
- 2
См. также в других словарях:
American football — American footballs 1) N UNCOUNT American football is a game similar to rugby that is played by two teams of eleven players using an oval shaped ball. Players try to score points by carrying the ball to their opponents end of the field, or by… … English dictionary
American football — ► NOUN ▪ a kind of football played in the US with an oval ball on a field marked out as a gridiron … English terms dictionary
American football — For other uses, see American football (disambiguation). American football The U.S. Naval Academy Midshipmen (left) face off against the … Wikipedia
American football — Profi Football aus der NFL American Football (englisch für Amerikanischer Fußball), oder kurz Football, ist eine aus den Vereinigten Staaten stammende Ballsportart. Es versuchen zwei Mannschaften aus je elf Spielern, den … Deutsch Wikipedia
American Football — Profi Football aus der NFL American Football (englisch für „Amerikanischer Fußball“), oder auch kurz Football, ist eine aus den Vereinigten Staaten stammende Ballsportart und die populärste Variante einer Reihe von als Gridiron Football bezeic … Deutsch Wikipedia
American Football — Ame|ri|can Foot|ball 〈[əmɛ̣rıkən fụtbɔ:l] m.; s; unz.〉 amerikan. Mannschaftsspiel, eine Variante des Rugby; Sy Football [engl., „amerikan. Fußball“] * * * Ame|ri|can Foot|ball [ə mɛrɪkən fʊtbɔ:l ], der; [s]: Football. * * * American Football [ə … Universal-Lexikon
American football — noun a game played by two teams of 11 players on a rectangular field 100 yards long; teams try to get possession of the ball and advance it across the opponents goal line in a series of (running or passing) plays • Syn: ↑American football game •… … Useful english dictionary
American football — noun A game similar to rugby football in which two teams attempt to get an ovoid ball into each others territory. Called football in the United States and Canada and American football elsewhere in the world … Wiktionary
American Football — Ame|ri|can Foot|ball [ futbɔ:l] der; [s] <aus gleichbed. engl. American football> svw. ↑Football … Das große Fremdwörterbuch
American football in Australia — Governing body Gridiron Australia National team Australia First played 1983 Registered players 2,500 (total) Clubs 73 Competitions National None … Wikipedia
American football strategy — concerns the deployment of offensive, defensive, and special teams players in American football. Contents 1 Offensive strategy 1.1 Offensive players … Wikipedia